Klachtenwijzer

Klachten die een podotherapeut kan onderzoeken en behandelen
Een mens legt gedurende zijn leven al lopend gemiddeld 185.000 kilometer af. Dat is viermaal de wereld rond!
Volgens de Nederlandse Vereniging van Podotherapeuten krijgt 57 procent van de Nederlanders tijdens zijn leven een of meerdere keren last van voetproblemen.
De voeten staan aan de basis van ons lichaam. Iedere dag moeten zij het lichaam dragen. Een afwijkende voetfunctie of voetstand, kan dan ook de oorzaak zijn van diverse klachten aan ons bewegingsapparaat.
Veel voorkomende klachten die uw podotherapeut behandelt, zijn verwerkt in de ‘Klachtenwijzer’.
Door op het plaatje op de locatie van uw klacht te klikken, zult u korte uitleg vinden over uw klacht.
Waar bevindt zich uw klacht? Klik op de punten in de afbeelding om meer te weten te komen over klachten in de betreffende regio. U vindt hier informatie over veelvoorkomende klachten met daarbij de symptomen en een passende behandeling.

Voet
Een insertietendinopathie zit gelokaliseerd in de aanhechting van de pees op het bot. De tibialis anterior (voorste scheenbeenspier) zit aan de binnenkant van de voet rond het hoogste punt van de wreef.
Dit probleem komt veel bij schaatsen/skeeleren en bij skiën voor.
De klachten zitten aan de voorzijde en binnenzijde van de enkel en voet. Het wordt vaak ervaren als een zeurende en/of stekende pijn. Wanneer de klachten heftiger aanwezig zijn dan kan er ook sprake zijn van lokale zwelling.
De grootste oorzaak is overbelasting. Andere oorzaken kunnen zowel irritatie van het schoeisel op de aanhechting als het te strak strikken van veters zijn. Verder is het natuurlijk ook mogelijk dat er een trauma aan deze klacht voorafgaat.
Podotherapeutische mogelijkheden
De podotherapeut kan door middel van podotherapeutische zolen de stand van uw voeten corrigeren om zodoende de trekkracht op de aanhechting te verminderen. Vooraf aan de therapie zal er door middel van een onderzoek gekeken worden welke therapie het beste toegepast kan worden. Daarnaast geven wij u adviezen omtrent schoeisel en belasting.
Wat kunt u zelf doen?
Mocht u het vermoeden hebben dat de klachten door het schoeisel zijn ontstaan, is het goed om de schoenen die de klachten veroorzaken anders te strikken of niet meer te dragen.
De insertietendinopathie van de m. peroneus brevis (korte kuitbeenspier) zit aan de buitenzijde van de voet. De spier hecht aan het uitstekende bot halverwege de buitenzijde van de voet.
Klachten worden vaak gekenmerkt door een stekende pijn of vermoeid gevoel aan de buitenzijde van de voet die geleidelijk erger worden en steeds langer aanhouden.
Er zijn twee belangrijke oorzaken van dit probleem. Ten eerste kan het na een trauma optreden, zoals door de enkel gaan (inversie trauma). Ten tweede kunnen de klachten door chronische overbelasting van deze spier ontstaan door bijvoorbeeld te veel sporten. Sporten waarbij repeterende bewegingen of veel draaiingen worden gedaan, geven meer kans op deze blessure.
Podotherapeutische mogelijkheden
Door middel van podotherapeutische zolen is het mogelijk om de voetstand te corrigeren om zodoende de pees te ontlasten. Daarnaast wordt advies gegeven omtrent schoeisel en het belastingpatroon.
Wat kunt u zelf doen?
In de acute fase is het belangrijk om rust te houden en met ijs te koelen. Wanneer de klachten niet voldoende willen afzakken, kan het goed zijn om de fysiotherapeut en podotherapeut in te schakelen.
Achillodynie is een verzamelnaam voor alle klachten met betrekking tot de achillespees. De achillespees is de grootste pees van het menselijk lichaam. Het is een grote, dikke en stevige pees, die de oppervlakkige- en diepe kuitspieren verbindt aan het hielbeen. De achillespees is een kwetsbare plek. Een irritatie of overbelasting van de achillespees kan leiden tot een ontsteking of scheur. Vooral hardlopers of sporters die lopen of springen als trainingsonderdeel hebben, komt deze klacht veel voor.
Bij acute klachten vertoond de pees duidelijke ontstekingsverschijnselen zoals lokale pijn, zwelling, roodheid en warmte. Is de pijn langer dan drie maanden aanwezig dan is er sprake van chronisch (langdurig) stadium. Vaak is er dan ook pijn in rust. De pijn wordt gevoelt bij het knijpen in de pees en tijdens bewegen. Meestal lokaliseert de pijn en of zwelling zich tussen de 3 tot 6 centimeter boven het hielbeen. Pijn in het begin van of na belasting, met name bij sporters die veel hardlopen.
De podotherapeutische behandeling bestaat uit corrigerende of ondersteunende podotherapeutische zolen om verkeerde trekkrachten op de achillespees te vermijden, dit is afhankelijk van de afwijkingen in het looppatroon. Een stevige en stabiele schoen, met al dan niet een inlegzool is een eerste vereiste. Verder is trainingsadvies betreffende de mate van belasting en de ondergrond van belang. Tevens worden gedoseerde rekoefeningen van de kuitspieren geadviseerd. Achillespeesklachten worden bij voorkeur in combinatie met een fysiotherapeut behandelt.
Het te verwachten resultaat is redelijk tot goed. Bij onvoldoende herstel is er kans op achillespeesruptuur (een scheurtje in de achillespees).
Het tarsaal tunnel syndroom is vergelijkbaar met het carpaal tunnel syndroom ter hoogte van de handen. Het komt veel voor bij hardlopers en bij mensen die aan een sport doen waarbij veel gesprongen wordt.
Klachten zijn vaak een doof gevoel uitstralend naar de voorvoet/grote teen. Aan de binnenzijde van de enkel is het drukpijnlijk. De klachten zijn vaak belastingafhankelijk: hoe meer de voet beweegt hoe erger de klachten worden.
Het tarsaal tunnel syndroom ontstaat door een inklemming van de zenuw die aan de binnenzijde van de enkel loopt. De beklemming wordt veroorzaakt door het naar binnen zakken van de voet waardoor de peesschede waar de zenuw doorheen loopt, beklemd wordt.
Podotherapeutische mogelijkheden
De podotherapeut kan door middel van onderzoek achterhalen waarom de klachten zijn ontstaan. De voetstand kan met behulp van podotherapeutische inlay’s gecorrigeerd/ondersteund worden. Het doel daarvan is de beklemming op te heffen.
Er worden ook adviezen omtrent schoeisel en belastbaarheid gegeven.
Wat kunt u zelf doen?
Let goed op uw schoeisel. Een schoen met een stevig contrefort (hielversteviging) en een stuggere loopzool kan de voetstand al beïnvloeden. Mochten de klachten hier onvoldoende van verminderen, is het goed om de podotherapeut voor advies en behandeling in te schakelen.
Een Tailor’s bunion is een beetje vergelijkbaar met de knobbel van een hallux valgus, maar dan aan de buitenzijde van de kleine teen. Deze knobbel is zichtbaar op de plek waar het middenvoetsbeentje ophoudt en de vijfde teen begint. Doordat het middenvoetsbeentje naar buiten wordt geduwd, ontstaat er een verdikking op de buitenzijde van het gewricht welke de Tailor’s bunion of bunionette genoemd wordt.
De continu wrijving met de schoen veroorzaakt roodheid, zwelling en warmte ter hoogte van de knobbel. Op het moment dat dit het geval is, zal het dragen van schoeisel steeds pijnlijker worden, totdat het niet meer mogelijk is om een schoen aan te hebben.
De meeste klachten ontstaan door druk en wrijving van de schoen tegen de verdikking aan de buitenzijde van de voet.
Podotherapeutische mogelijkheden
Wanneer er sprake is van de ontstekingsverschijnselen kan de bunion met behulp van vilttherapie drukvrij gelegd worden. Een lange termijn oplossing is het dragen van breed schoeisel welk geen druk op de bunion geeft. Ook is het mogelijk om met podotherapeutische zolen de stand van de voeten te corrigeren waardoor er minder druk op de knobbel ontstaat.
Indien de klachten hiermee onvoldoende verminderen, kunnen wij u terugverwijzen naar de huisarts met het advies om u verder te laten onderzoeken door een orthopeed.
Wat kunt u zelf doen?
Bij heftige klachten helpt goed koelen. Koelen kan het beste gedaan worden met een ice-pack. Deze nooit rechtstreeks tegen de huid houden, maar altijd met een handdoek er tussen om bevriezing te voorkomen.
Zorg voor voldoende breed schoeisel zonder stiksels en naden rond de knobbel.
Een marsfractuur, ook wel stressfactuur of vermoeidheidsbreuk genoemd, is een breukje van het middenvoetsbeentje. Deze blessure komt vooral onder hardlopers en langeafstandlopers voor.
(let op: De marsfractuur is de eerste 14 dagen op een röntgenfoto vaak niet waarneembaar!)
Bij het ontstaan van een marsfractuur klaagt men vaak over een pijnsensatie in de voorvoet tijdens het belasten. Doorgaans ontwikkelt de klacht zich geleidelijk. Soms is er een duidelijke zwelling en roodheid te zien op de plaats van de pijn.
Zolang de voet in de schoen zit is de pijn vaak houdbaar, zodra de schoen uit gaat neemt de pijn en zwelling van direct toe.
Marsfractuur wordt meestal door overbelasting veroorzaakt. Repeterende overbelasting kan uiteindelijk tot een breuk leiden. Daarnaast kan het ontstaan wanneer er sprake is van osteoporose (botontkalking).
Podotherapeutische mogelijkheden
Bij verdenking van een marsfractuur zal er in overleg met de huisarts een röntgenfoto aangevraagd worden. Indien deze laat zien dat er sprake van een marsfractuur is, zal er eerst door middel van gips/taping behandeld worden.
In het stadium na de behandeling met gips is het wel belangrijk om ervoor te zorgen dat er door middel van goed schoeisel en voldoende drukontlasting voorkomen wordt dat deze blessure nogmaals ontstaat.
Wat kunt u zelf doen?
Wanneer er klachten tijdens belasting van de voorvoet ontstaan, neem op tijd rust en loop er niet mee door. Bij een verhoogde belasting kunt u denken aan trainen voor een wandelvierdaagse of een marathon. Bij twijfel is het dan belangrijk om de podotherapeut te raadplegen. Stevig wandelschoeisel is raadzaam.
In Nederland wonen bijna 1 miljoen mensen met Diabetes, waarvan ongeveer een kwart een verhoogd risico op een wond heeft (een zogenaamde ulcus). Mensen met diabetes kunnen schommelende suikerwaardes in het bloed hebben. Een hoge suikerwaarde noemt men een hyper en een lage noemt men een hypo. Doordat hoge suikerwaardes de bloedvaten en zenuwen aantasten, kan dit gevolgen hebben aan het ontstaan van voetwonden. Doordat de zenuwen slechter functioneren, worden irritaties en pijnprikkels minder snel of helemaal niet meer opgemerkt. Zo kan een steentje in de schoen bijvoorbeeld al leiden tot een voetwond. Bovendien genezen wonden bij diabetici minder goed doordat de doorbloeding is verminderd. In het ergste geval kan een wondje zelfs leiden tot een amputatie.
Tijdens het jaarlijkse voetonderzoek wordt gekeken of er sprake is van gevoelloosheid en/of problemen met de doorbloeding. Ook wordt er gekeken of er afwijkingen zijn aan uw huid en/of nagels en wordt er onderzocht of er drukplekken aanwezig zijn. Een betere drukverdeling (meestal in de vorm van steunzolen of ortheses) zorgt er voor dat wonden voorkomen kunnen worden. Bovendien wordt bekeken of u passende schoenen draagt. Slecht passende schoenen kunnen drukplekken veroorzaken, welke kunnen leiden tot een wond.
Tijdens het jaarlijkse onderzoek schat de podotherapeut het risico op een wond in. De resultaten van dit onderzoek worden vertaald naar een zogenaamde Sims classificatie (vernoemd naar Dhr Sims). Deze Sims classificatie geeft het risico op een wond weer op een schaal van 0 tot 3. Wanneer u Sims 1 of hoger hebt, dan wordt een behandelplan opgesteld waarbij het zorgprofiel bepaald wordt. Dit zorgprofiel omvat het pakket aan ondersteuning, zorg en behandelingen die vanwege uw diabetes nodig zijn om wonden te voorkomen.
Eeltvorming is een verdikking van de buitenste huidlagen, die meestal geelachtig van kleur is. Het komt het vaakst voor onder de bal van de voet, op de grote teen en de randen van de hiel. Dit komt omdat tijdens het lopen op deze plekken de meeste druk + wrijving ontstaat. Ook is het mogelijk om eeltvorming te krijgen tussen je tenen als gevolg van afwijkende teenstanden.
Zodra het eelt te dik wordt, kan dit pijnklachten veroorzaken, waardoor men slechter kan lopen of niet meer in staat is om bepaald schoeisel te dragen.
Eeltvorming wordt veroorzaakt door verhoogde druk en wrijving op de huid. Deze wrijving is vaak minder extreem dan de wrijving waardoor men blaarvorming krijgt, daardoor is het mogelijk voor de huid om te verdikken. Een andere mogelijkheid is dat er een stoornis in de huid zit waardoor de eeltvorming ontstaat.
Podotherapeutische mogelijkheden
Eeltvorming is door middel van een instrumentele behandeling te verwijderen, hiervoor kunt u onze pedicure bezoeken. Echter bij recidiverende eeltvorming waarbij klachten aanwezig zijn, kan verder onderzoek gedaan worden. Eeltvorming ontstaat vaak door overdruk, het doel van de podotherapeut is om uit te zoeken waardoor deze overdruk ontstaat en hoe dit opgelost kan worden.De podotherapeut kan adviezen omtrent schoeisel geven, maar in andere gevallen is het noodzakelijk om door middel van podotherapeutische zolen de drukverdeling te veranderen.
Wat kunt u zelf doen?
Let goed op uw schoeisel. Een dunne loopzool of te smal/te klein schoeisel kunnen al voor overdruk zorgen. Dus laat uw voeten goed opmeten bij het kopen van nieuw schoeisel, zodat de pasvorm van de schoen goed bij uw voeten past.
Een haglundse exostose is een stukje extra bot aanwas aan de achterzijde van het hielbeen. Het kan zowel aan één zijde als aan beide kanten ontstaan.
Klachten van de haglundse exostose zijn vaak in de vorm van blaarvorming op de exostose (botuitsteeksel) door wrijving van de schoen. In sommige gevallen kan er ook een slijmbeursontsteking opkomen.
De haglundse exostose ontstaat door een scheve trekkracht van de achillespees op het hielbot (door bijvoorbeeld gekantelde stand van hielbot), maar ook worden verergerd door wrijving van schoeisel met een slechte pasvorm.
Podotherapeutische mogelijkheden
De podotherapeut kan u omtrent schoeisel adviseren en in sommige gevallen ook het contrefort van de schoen wat bijstellen om de druk te verminderen. Daarnaast kan een afwijkende voetstand invloed op de wrijving van de schoen op de exostose hebben. In dit geval is het ook mogelijk om met podotherapeutische inlay’s de stand te veranderen om zodoende de wrijving te verminderen.
Wat kunt u zelf doen?
Let goed op het schoeisel wanneer u een haglundse exostose hebt. Een te hard contrefort (hielversteviging) kan problemen veroorzaken met druk op de exostose. Een instapschoen heeft vaak een laag wreefsluiting waardoor er tijdens het lopen wrijving op de achterzijde van de hiel ontstaat, daarom is deze ook minder geschikt
Fasciitis plantaris is een peesirritatie of -ontsteking aan de onderzijde van de voet. In de volksmond wordt dit al snel een hielspoor genoemd, terwijl deze twee verschillende soorten klachten zijn. (Bij een hielspoor is er sprake van botafzetting aan de hiel.) Deze klachten zitten vaak heel lokaal onder de hiel waar de peesirritatie over een groter gebied pijnlijk is.
Klachten zijn vaak een stekende pijn rond het gebied van de hiel tijdens het lopen. De pijn is ’s morgens bij het opstaan, bij de eerste stappen en na lang zitten vaak heftig aanwezig. We noemen dit ook wel startklachten.
De oorzaak is dat er te veel trekspanning op de pees ontstaat waardoor er een irritatie rond de aanhechting ontstaat. Dit gebeurt wanneer de voet tijdens het lopen naar binnen zakt. Bij deze klachten is er vaak een aanleiding geweest, bijvoorbeeld na een verhuizing, verandering van baan, trainen voor een wandelvierdaagse, etc..
Podotherapeutische mogelijkheden
De podotherapeut kan door middel van onderzoek achterhalen waarom deze klachten zijn ontstaan. Met podotherapeutische inlay’s kan de stand van de voeten gecorrigeerd/ondersteund worden om ervoor te zorgen dat de plantaire fascie tijdens het lopen minder op spanning komt te staan. Ook worden er adviezen omtrent het belastingpatroon gegeven en schoenadviezen besproken.
Wat kunt u zelf doen?
Het is belangrijk om gepast schoeisel te dragen tijdens de periode dat de voeten meer belast worden. Een stevige schoen met een stugge loopzool zorgt voor minder beweging van de plantaire fascie. Bij beginnende klachten is het aangeraden om wat meer rust te houden en goed te koelen.
Morbus sever is een irritatie van de groeischijf die in het hielbeen zit. De kraakbenige verbinding tussen de twee botstukken kan zelfs beschadigen wanneer er met de klachten niets gedaan wordt. Deze klacht komt vaak bij (actieve) kinderen tussen de 8 en 13 jaar voor; vaker bij jongens dan bij meisjes.
De klachten worden gekenmerkt door een stekende en kloppende pijn in het hielbeen. Vaak wordt het steeds lastiger om nog op de hiel te kunnen staan en gaan kinderen steeds meer op de voorvoeten lopen.
De oorzaak is vaak een trauma of wanneer het kind begonnen is met sporten of de sportbelasting verhoogd wordt. Sporten waarbij deze klacht vaker voorkomt zijn voetbal, basketbal en tennis. Daarnaast kan een afwijkende voetstand ervoor zorgen dat de achillespees aan het hielbeen meer trekt waardoor de pijn geprovoceerd wordt. Wanneer de groeischijf sluit, komen de klachten niet meer terug.
Podotherapeutische mogelijkheden
De podotherapeut kan adviezen geven met betrekking tot schoeisel. Belangrijk is dat dit goed bij het voettype past en voldoende schokdemping heeft. Daarnaast kan met behulp van podotherapeutische inlay’s de stand en beweging van de voeten begeleid worden waardoor de druk en trekkrachten op het hielbeen verminderd worden. Bovendien wordt er ook meegekeken naar het belastingpatroon. Soms kan het van belang zijn om de sportactiviteiten wat aan te passen aan het klachtenpatroon.
Wat kunt u zelf doen?
Wanneer uw kind aangeeft klachten aan de hiel te hebben, is het verstandig om de sportactiviteiten tijdelijk te staken (2 tot 4 weken). Indien klachten dan nog niet voldoende afgenomen zijn, is het aan te raden om een afspraak met de podotherapeut voor onderzoek en behandeling te maken
Een ingegroeide (teen)nagel is een nagel die de huid constant irriteert waardoor er pijnklachten ontstaan. Het komt vooral bij de grote teen voor.
Door de constante irritatie voelt de huid pijnlijk aan en ontstaat er een kleine wond. Deze kan dan gepaard gaan met een lichte ontsteking en wildvlees.
Ingegroeide nagels kunnen meerdere oorzaken hebben. Sommige nagels groeien rond waardoor er meer druk in de nagelwal ontstaat. Dit kan in sommige gevallen voor een irritatie/ontsteking zorgen. Foutief knippen van de nagel is een andere oorzaak. Door het ‘rond’ afknippen van de nagel ontstaan er hoekjes in de nagelwal die ook een ontsteking kunnen veroorzaken. Andere belangrijke oorzaken zijn het dragen van te klein en/of te smal schoeisel of sterk transpirerende voeten.
Podotherapeutische mogelijkheden
Als er sprake is van een ingegroeide nagel zonder ontstekingsverschijnselen is het mogelijk om door middel van een nagelbeugel de vorm van de nagel te veranderen. Een nagelbeugel is een klein ijzerdraadje dat over de nagel gespannen wordt. Na de behandeling kunt u vaak meteen weer alle dagelijkse activiteiten uitvoeren; de pijn zal binnen enkele uren tot dagen geheel verdwenen zijn.
Mocht er sprake zijn van een ontsteking dan kan de podotherapeut het stukje nagel weghalen welk de ontsteking veroorzaakt. De scherpe pijn verdwijnt direct na de behandeling en wordt het wondje in de nagelwal binnen een paar dagen genezen. Daarna zal de nagel door middel van een nagelbeugel in het uitgroeien begeleid worden om te voorkomen dat deze opnieuw ingroeit.
Sommige ingegroeide nagels hebben zoveel ontstekingsverschijnselen dat ze niet meer door de podotherapeut behandeld kunnen worden. In dat geval zal er chirurgisch een stuk nagel verwijderd moeten worden. De podotherapeut zal dan contact met de huisarts opnemen.
Wat kunt u zelf doen?
De teennagels kunnen het beste recht afgeknipt worden. Hierbij moeten de uiteinden van de nagel nog zichtbaar zijn aan het uiteinde van de teen.
Let altijd op dat u de juiste maat schoenen draagt en dat deze niet te smal zijn. Het is belangrijk uw voeten bij de schoenwinkel op te meten wanneer u nieuwe schoenen koopt. Gedurende het leven kan een voet wel één tot twee maten groter worden waardoor de schoenmaat niet meer klopt.
Capsulitis is een irritatie/ontsteking van de kapsels om de kopjes van de middenvoetsbeentjes.
De pijn wordt het meest aan de onderzijde van de bal van de voet gevoeld. Deze kan zowel zeurend als stekend zijn en neemt bij belasting toe. In rust zakken de klachten langzaam weer af. Bij sommige mensen nemen de klachten toe als ze op blote voeten lopen, bij anderen als ze juist in de schoenen lopen.
Een kapselirritatie/ontsteking ontstaat vaak door een afwijkende voetstand in combinatie met een verhoogde belasting in het dagelijks leven. Een andere oorzaak kan zijn dat de pasvorm van het schoeisel niet geschikt voor het voettype is waardoor er klachten kunnen ontstaan.
Podotherapeutische mogelijkheden
Door middel van podotherapeutische inlay’s is het mogelijk om de drukverdeling in de voorvoet te verbeteren. Daarnaast kan de podotherapeut meekijken welke schoentypes beter bij de voet passen en daardoor de klachten verder verminderd kunnen worden.
Wat kunt u zelf doen?
Zorg voor schoenen met een dikke en stugge loopzool waardoor de druk op de voorvoet verminderd wordt. Daarnaast is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de pasvorm van de schoen bij die van de voet past. Een instapper is meestal bij dit type klachten minder geschikt om te dragen.
Jicht is een reumatische aandoening, veroorzaakt door neerslag van urinezuurkristallen in de gewrichten. Bij de meeste mensen ontstaat deze ophoping in het grote teengewricht. Het komt vooral bij mannen voor.
Klacht
Jicht kan leiden tot een ontstekingsreactie met roodheid, zwelling, veel pijn, warmte en functiebeperking. Behalve in de tenen kan die ook op andere plaatsen ontstaan, bijvoorbeeld in de enkel, knie of in de vingers. Vaak ontstaat er na één aanval uiteindelijk een chronische jicht.
Oorzaak
De oorzaak van jicht is dat de nieren de urinezuurkristallen niet voldoende uitscheiden waardoor deze in het bloed blijven zitten. Zo ontstaan er ophopingen die in gewrichten neerslaan. Erfelijke factoren kunnen hierbij ook een rol spelen, net als hoge bloeddruk of overgewicht
Podotherapeutische mogelijkheden
Door de jicht is het mogelijk dat de gewrichten na de aanvallen aangetast worden, waardoor deze uiteindelijk minder belastbaar kunnen worden. Dit wordt vaak gemerkt door patiënten als een zeurderige pijn in rust en soms een stekende pijn tijdens het lopen. De podotherapeut zal in deze gevallen goede adviezen omtrent schoeisel meegeven en eventueel de stand door middel van podotherapeutische zolen veranderen.
Indien er sprake is van acute jicht raden wij u aan contact met uw huisarts of uw behandelend specialist op te nemen.
Je maakt je ongerust over het gebit van kinderen, ogen en andere delen van hun lichaam. Je leert kinderen wassen, tandenpoetsen, maar wat leren kinderen over hun voeten? De voeten, die steeds aan veranderingen onderhevig zijn en gedurende het gehele leven het lichaamsgewicht moeten dragen.Vele voetproblemen bij volwassenen vinden hun oorsprong in de kindertijd of zijn aangeboren.
Regelmatig professionele aandacht en goede voetverzorging kan de kans op deze problemen op latere leeftijd verkleinen. Het negeren van een ongezonde voet kan klachten in andere delen van het lichaam veroorzaken, zoals in de benen en rug.
De menselijke voet (één van de meest gecompliceerde delen van het lichaam) bestaat uit 28 botjes en wordt gecompleteerd door banden en spieren, bloedvaten en zenuwen. Na de geboorte zijn nog niet alle botstructuren in de voet volledig ontwikkeld zoals bij een volwassen voet het geval is. Tevens werken de voet- en beenspieren niet optimaal omdat hun aanhechting nog niet stevig is aan het nog niet volledig ontwikkelde voetskelet. De kindervoet kan dus niet vergeleken worden met een volwassen voet.
De voetjes van een zuigeling hebben vaak een platte vorm doordat er onder de gehele voet een dik vetkussen zit. In de loop van de eerste levensjaren verdwijnt dit vetkussen geleidelijk en komt de voetboog langzaam tot stand. Een kindervoet groeit snel en bereikt, gedurende het eerste jaar, bijna de helft van de volwassen voet. Baby’s trappelen en spelen graag met hun voeten, waarbij ook de spieren zich ontwikkelen die de voeten voorbereiden op het lopen en dragen van gewicht. Deze bewegingen mogen niet belemmerd worden door te kleine babypakjes met voetjes eraan, te kleine schoentjes, te strakke sokjes of te strak ingestopte dekens. Verander ook de positie van de baby regelmatig. Te lang in één positie liggen, voornamelijk op de buik, kan te veel spanning op voeten en benen geven.
De eerste stapjes Rond
Het eerste levensjaar zal het kind overgaan tot staan en lopen. Dit proces kan en mag niet overdreven gestimuleerd worden. Vergelijkingen met andere kinderen zijn misleidend, omdat die periode kan variëren van 10 tot 18 maanden. Zodra de voet in staat is om het eigen lichaamsgewicht te dragen zal een kind uit zichzelf gaan staan en lopen. Wanneer de eerste stapjes binnenshuis plaatsvinden is het niet nodig om het kind schoenen te laten dragen. Het lopen op blote voeten of op sokjes helpt de voeten en de spieren normaal te groeien en kracht te ontwikkelen. Als er buitenshuis gestapt gaat worden zullen de babyvoetjes natuurlijk beschermd moeten worden in lichtgewicht, flexibele schoenen die gemaakt zijn van natuurlijke materialen.
De groei.
Als een kind de voeten belast, zien we geleidelijk een verandering in de stand van de voeten en benen. Eerst staan de voeten uit elkaar met de benen in O-stand om het onzekere voortbewegen te vergemakkelijken. Rond het tweede jaar kan, soms vrij plotseling, een X-stand van de benen ontstaan. In de leeftijdsgroep twee tot en met vijf jaar komt een X-stand van de benen vaak voor. Meestal corrigeert deze stand na het vijfde jaar zich vanzelf. Gebeurt dit niet of niet snel genoeg, dan is er een behandeling nodig. Daar een kindervoet zich continu ontwikkelt, is het raadzaam om de schoen- en sokmaten iedere paar maanden te controleren. Het kan nodig zijn deze te vernieuwen, om zo de voeten de mogelijkheid te geven, goed te groeien.
Groeipijn
Het is bekend dat ongeveer 10% van de kinderen last heeft van groeipijnen. Meestal tussen de 4 en 14 jaar. Tijdens of na een groei-spurt kan het voorkomen dat de spieren korter zijn dan de botten. “Je zou kunnen zeggen dat de botten sneller groeien dan de spieren”. Dit resulteert vaak tot (tijdelijk) spierverkortingen. Het zijn soms vervelende klachten maar daar groeien ze weer overheen.
Schoenen
Bij kinderen die nog niet lopen of hiermee net beginnen, is aan te raden om, ruime/soepele schoenen te laten dragen. Op het moment dat ze echt gaan lopen dienen de schoenen aan bepaalde eisen te voldoen:
- Een stevig goed omsloten contrefort (hielpartij)
- Hoge wreefsluiting, om schuiven in de schoen te voorkomen
- 1 cm lengtetoegift, voor de groei en afwikkeling van de voet
- Juiste breedte
- Geen hak of een lage brede hak
- Een buigzame loopzool, voor de afwikkeling van de voet. Bij voorkeur rubber met profiel, dit geeft meer schokdemping en zorgt ook voor meer grip met de ondergrond
Advies voor ouders.
Lopen is de beste voettraining. Op blote voeten lopen is een goede activiteit, alhoewel het lopen op vuil en erg ongelijk terrein natuurlijk risico’s met zich meebrengt t.a.v. het oplopen van wondjes en verzwikkingen. In deze omstandigheden is het raadzaam schoenen te dragen. Kinderen geven niet altijd aan wanneer zij pijn hebben. Vaak geeft een plotseling veranderd looppatroon aan dat uw kind “naar een pijn loopt”. Let dus altijd goed op het gaan van uw kind en neem bij aanhoudende problemen contact op met uw huisarts of podotherapeut. Wanneer kinderen voetpijn aangeven, “verzinnen ze dit meestal niet” neem het serieus en houdt in de gaten wanneer, waar en hoeveel pijn er is. Ook hier: neem bij aanhoudende klachten contact op met een professional.
Podotherapeut
Alleen indien het kind veel valt of klaagt over pijn in de voeten of benen is er reden tot een onderzoek.
Het voert te ver om alle mogelijke afwijkingen te beschrijven. Enkele afwijkingen verdwijnen spontaan, andere vragen om specifieke hulpmiddelen of behandeling. Aangeboren afwijkingen kunnen, indien tijdig herkend, door behandeling geheel of gedeeltelijk herstellen. Een verkeerde voetstand kan ontstaan als gevolg van standsafwijkingen van de knieën en/of heupen. Bij het uitgebreide voetonderzoek zullen ook de knie- en heupstand bekeken worden. Hoewel veel voetproblemen ontstaan door blessures, vergroeiingen, ziekte of aangeboren afwijkingen, zal slecht schoeisel de dan al aanwezige factoren verergeren.
Een likdoorn is een puntvormig, in de huid duwend stuk eeltvorming, meestal als gevolg van lokaal verhoogde druk. Het komt vooral voor op de voetzool, de bovenzijde van de tenen, de teentop of tussen de vierde en vijfde teen.
Eelt ontstaat door de combinatie van druk en wrijving. Onder de voet kan eelt op een gegeven moment niet verder naar buiten groeien (door lichaamsdruk) en zal daardoor naar binnen groeien. Het naar binnen groeien gebeurt in een punt vorm met uiteindelijk een heel hard eind puntje: de likdoorn.
Een likdoorn ontstaat vaak als gevolg van een afwijkend looppatroon. Ook klachten aan knieën, heupen en rug kunnen een verkeerd looppatroon veroorzaken waardoor er een likdoorn kan ontstaan. Verder heeft slecht passend schoeisel invloed op eeltvorming.
Podotherapeutische behandeling
De podotherapeut kan de likdoorn door middel van een instrumentele behandeling verwijderen. Daarnaast zal er uitgezocht worden wat de ontstaansreden van de likdoorn is. Door de oorzaak aan te pakken is het mogelijk om op lange termijn ervoor te zorgen dat de likdoorn niet meer terugkomt. Middelen die de podotherapeut verder kan inzetten is een goed schoenadvies en mogelijk podotherapeutische inlegzolen om de druk te verminderen.
Wat kunt u zelf doen?
Let goed op de pasvorm van uw schoeisel. Een schoen moet voldoende lang en breed zijn. Daarnaast is het verstandig om ervoor te zorgen dat er geen stiksels en naden rond de plekken zitten waar de likdoorn zich bevind. De schoen kan op deze plekken niet rekken en zal dus voor irritatie zorgen.
De meeste botten van het lichaam zijn met elkaar door gewrichten verbonden. Er zijn er echter een paar uitzonderingen, de zogenaamde sesamoïdes. Dit zijn botjes die door pezen ingekapseld zijn. Ze zorgen ervoor dat de spieren die daar lopen beter kunnen glijden en geven de spier meer kracht. Sesambeentjes zijn kleine sesamoïdes die zich aan de onderzijde van de voet bij de grote teen bevinden. Sesamoïditis is een chronische irritatie/ontsteking van deze sesambeentjes.
Veel voorkomend bij deze klacht is dat er een stekende pijn tijdens het lopen onder het grote teengewricht ontstaat. Bij het buigen en strekken van de grote teen kunt u ook problemen ervaren. De pijn ontstaat geleidelijk (behalve bij een breuk) en bij rust zakt die af.
Deze klacht komt vooral door overbelasting van de voet. In de meeste gevallen speelt wel mee dat de voetstand en het looppatroon afwijkend is. U kunt hierbij denken aan een diepstand van het grote teengewricht of een holvoet. Tijdens het lopen komt er dan te veel druk op het grote teengewricht waardoor er klachten kunnen ontstaan. Een andere oorzaak is het foutieve schoeisel dat niet voldoende bij het voettype past. Een te dunne loopzool kan ervoor zorgen dat er te veel druk onder de bal van de voet ontstaat.
Podotherapeutische mogelijkheden
De podotherapeut kan op basis van een podotherapeutisch onderzoek proberen te achterhalen waarom deze klachten zijn ontstaan. Om de klachten te verhelpen kan het gewricht met behulp van vilt tijdelijk drukvrij gelegd worden. Een andere oplossing is om door middel van podotherapeutische inlay’s de druk op de grote teen te verminderen. Daarnaast zal de podotherapeut adviezen bespreken omtrent schoeisel en belasting/belastbaarheid.
Wat kunt u zelf doen?
Bij sesamoïditis kan het helpen om goed te koelen. Dit kan het beste gedaan worden met een ice-pack met een handdoek eromheen en deze een aantal minuten tegen de pijnlijke plek aanhouden.
Schoenen zijn ook een belangrijk aspect bij deze klacht. Een schoen met een stevige loopzool en een afwikkeling zorgt ervoor dat er minder druk op de voorvoet komt zodat de sesambotjes meer rust tijdens het belasten van de voet krijgen.
Bijna 3 miljoen Nederlanders hebben een vorm van reuma, waarvan 80 tot 96% voetklachten ervaart. Reuma omvat meer dan 100 chronische aandoeningen aan gewrichten, spieren en pezen. Onze podotherapeuten zijn deskundigen op het gebied van de reumatische voet en kunnen uw klachten verlichten en advies geven hoe u uw voeten in optimale conditie kunt houden.
De meeste reumapatiënten hebben last van pijn en stijfheid in de gewrichten en/of spieren en kampen hierdoor met vermoeidheidsklachten. Bewegen is vaak moeilijk, wat weer kan leiden tot beperkingen in het dagelijks leven. Soms kunnen de klachten ineens verdwijnen, maar steken net zo snel weer de kop op. Als gevolg van reuma kunnen er vergroeiingen ontstaan in o.a. enkels, voeten en tenen. Hierdoor ontstaan pijnklachten aan de gewrichten, spieren, pezen en zenuwbanen. Ook kunnen er pijnlijke drukplekken zoals eelt, likdoorns en zelfs wondjes ontstaan. Indien u een wondje hebt die niet binnen 5 dagen geneest, maak dan direct een afspraak met uw huisarts of podotherapeut.
Als gevolg van vergroeiingen kunnen de tenen scheef groeien of over elkaar heen groeien. Ook kunnen bijvoorbeeld klauwtenen of hamertenen ontstaan. Ook de vorm van de voet kan veranderen, waardoor schoenen niet meer passen. Hierbij is een schoenadvies erg belangrijk om wondjes te voorkomen
Behandeling reuma door een podotherapeut
De podotherapeut kan vervelende klachten in een later stadium voorkomen, door middel van het geven van instructies en behandelingen. Volledige genezing van reumatische voetklachten is niet mogelijk, maar een vermindering van uw klachten vaak wel. Ook in een later stadium kan de podotherapeut uitkomst bieden, zelfs als er al klachten aanwezig zijn. Tijdens een podotherapeutisch onderzoek wordt onderzocht of er drukplekken en standsafwijkingen aanwezig zijn. Een betere drukverdeling en een verbeterde functie van de voet (meestal d.m.v. steunzolen of ortheses) kan de ongemakken van een reumatische voet verminderen. Ook is het belangrijk om een goed schoenadvies mee te krijgen om het risico van drukplekken en wondjes te voorkomen.
Een hallux abducto valgus is een scheefstand van de grote teen. Vaak gaat dit gepaard met een benige knokkel (botaanwas) aan de buitenkant van het gewricht.
De klachten zijn het vaakst aanwezig bij het dragen van schoeisel en uiten zich in een stekende pijn in het grote teengewricht. Daarnaast kan er ook een stekende pijn optreden wanneer er meer gewandeld wordt.
Het kan veroorzaakt worden door een aangeboren aanleg (vooral bij vrouwen), het dragen van foutief schoeisel (te smal, hoge hakken) en door een afwijkende voetstand tijdens het staan en lopen.
Podotherapeutische mogelijkheden
De podotherapeut is niet in staat om de teen weer recht te zetten, maar er zijn wel een aantal mogelijkheden om de pijn te reduceren en het proces van verergering te vertragen. [RL1] Door middel van podotherapeutische inlay’s kan de podotherapeut de stand van de voeten corrigeren/ondersteunen waardoor er minder druk op het grote teengewricht ontstaat. Daarnaast worden er adviezen meegegeven omtrent schoeisel.
Zijn de klachten van zo’n aard dat ze niet meer podotherapeutisch te behandelen zijn, dan kan de podotherapeut contact opnemen met de huisarts voor een eventuele verwijzing naar de orthopeed.
Wat kunt u zelf doen?
Let op het schoeisel dat u draagt. Hoe meer ruimte het grote teengewricht in het schoeisel heeft, hoe minder kans is op irritatie van de knokkel. Dit voorkomt in sommige gevallen ook dat de knokkel steeds groter wordt.
Schimmelnagels, ook wel kalknagel of onychomycose genoemd, is een bekend probleem en veel mensen hebben hier last van. Een schimmel is niet per definitie schadelijk, Ieder mens draagt namelijk schimmeltjes met zich mee. Op onze huid, tussen de haren en bij de nagels.
Vaak is er bij schimmelnagels een geelwitte verkleuring zichtbaar in de nagel. De nagel kan brokkelig en dik worden en snel afbrokkelen. De dikte van de nagel kan gevoelig zijn in de schoenen omdat de nagel dan op de nagelplaat gaat drukken.
Een schimmelnagel kan ontstaan als schimmels zich gaan nestelen in dode huidcellen. Vaak na ontstaat dit na een periode van minder fit zijn, denk aan griepje, stress volle periode of overbelasting.
Een vaak voorkomend probleem aan de voorvoet is de artrose (slijtage) van de grote teen waardoor deze niet meer goed kan bewegen.
Artrose MTP1 gaat vaak gepaard met startklachten en met een stekende pijn in het gewricht tijdens het lopen.
Slijtage in het grote teengewricht kan door een trauma of door verschillende vormen van reuma veroorzaakt worden. Een afwijkende voetstand in combinatie met veel belasting (bijvoorbeeld lopend beroep) kan er ook een rol bij spelen.
Podotherapeutische mogelijkheden
De podotherapeut kan de slijtage niet verminderen maar met behulp van podotherapeutische inlegzolen is het mogelijk om de voetstand te veranderen waardoor er minder druk op het grote teengewricht komt. In combinatie met goed schoeisel kan deze ervoor zorgen dat de pijn tijdens het lopen vermindert of geheel verdwijnt.
Wat kunt u zelf doen?
Zorg voor stevig schoeisel. Een stugge loopzool met afwikkeling zorgt ervoor dat de teen tijdens het lopen minder zelf hoeft te bewegen. Wandelschoenen zijn hier bij uitstek geschikt voor.
Artrose van het TMT – 1 gewricht is een slijtage van de binnenkant van de middenvoet.
De pijn zit meestal rond het hoogste punt van de wreef en het is vaak stekend van aard en wordt erger wanneer de voet meer belast wordt. Daarnaast is er vaak sprake van startklachten. Dit betekent dat na een periode van rust de voet eerst op gang moet komen.
Deze kan ontstaan door verhoogde belasting of een afwijkende voetstand.
Podotherapeutische mogelijkheden
De podotherapeut kan door middel van podotherapeutische inlay’s de stand van de voet ondersteunen waardoor er minder druk op het TMT-1 gewricht komt. Bij lichte artrose kan dit de klachten goed onder controle houden.
Bij een zwaardere artrose is het vaak niet meer mogelijk om alleen met podotherapeutische middelen de klachten te verhelpen en zal er contact opgenomen moeten worden met de huisarts om verder beleid te bepalen.
Wat kunt u zelf doen?
Het is belangrijk om schoenen met een stugge loopzool te dragen. Denk hierbij aan wandelschoenen van een zwaardere categorie.
Standsafwijkingen van de tenen betreffen de klachten zoals hamer- of klauwstand van de tenen, maar ook problemen met tenen die onder elkaar of over elkaar heen liggen.
De termen hamerteen en klauwteen worden vaak door elkaar gebruikt terwijl deze twee deformiteiten van elkaar verschillen. De klauwteen is een voorstadium van de hamerteen waarbij de eerste twee kootjes in een hoek staan. Hierdoor ontstaat er bovenop (en op de top van) de teen een drukplek. Bij een hamerteen staat het laatste kootje van de teen naar beneden waardoor de teen als een hamer eruitziet. Een ander belangrijk verschil is dat een klauwteen gecorrigeerd kan worden (naar de normale positie) terwijl dit bij een hamerteen niet meer mogelijk is.
Door de klauw- of hamerstand kan er niet meer volledig over de tenen worden afgewikkeld waardoor alle druk op de voorvoet komt. Dit kan vervolgens weer tot klachten leiden. Er kan ook overvloedige eeltvorming optreden. Het gewricht kan pijnlijk aanvoelen.
De standsafwijkingen hebben vaak een erfelijk component en ontstaat de verandering op latere leeftijd. Echter zijn er ook ziektes als reuma en diabetes, waardoor er een verandering in de teenstand kan optreden. Daarnaast kan het dragen van te smal en te klein schoeisel ook een oorzaak zijn van de afwijkende teenstanden.
Podotherapeutische mogelijkheden
De podotherapeut kan door middel van teenortheses (teenstukjes) de stand corrigeren of de drukverdeling tussen/op/onder de teen verbeteren waardoor er minder pijnklachten ontstaan.
Een andere methode is om met podotherapeutische inlay’s de voorvoet te corrigeren met tot gevolgd de tenen af te strekken waardoor de pijn kan worden verminderd.
Wat kunt u zelf doen?
Let op uw schoeisel. Wanneer schoenen te krap en te klein zijn, kan dit afwijkende teenstanden in de hand werken. Ook is het belangrijk om regelmatig de voeten op te laten meten. De voeten kunnen gedurende een leven ongeveer één tot twee maten groter worden en ook van breedte veranderen.
Voetschimmel is een veel voorkomende en vaak hardnekkige kwaal. Meestal is er sprake van verweking tussen de tenen of rode puntjes met kleine blaartjes op de gehele voet.
De huid tussen de tenen wordt vaak week. Er kunnen blaasjes ontstaan, deze kunnen erg jeuken of zelfs een zeurende pijn geven. In zwembaden en gemeenschappelijke douches is het goed mogelijk om een schimmel op te lopen. Daarnaast kan het ook zijn dat bij slecht ventilerende sportschoenen er sneller zweetvoeten ontstaan.
Wanneer de zuurgraad van de huid verstoord wordt kan er ook makkelijker een schimmel ontstaan.
Wat kunt u zelf doen?
Let op dat u tijdens het douchen niet te veel zeep gebruikt en de zeep goed afspoelt. Zo voorkomt u verandering van de zuurgraad van de huid. Daarnaast is het verstandig om in openbare gelegenheden als douches en zwembaden zoveel mogelijk op slippers te lopen. Mocht u toch een schimmel hebben opgelopen dan kunt u het best gaan smeren met een antischimmel crème. Wat belangrijk is om te weten is dat nadat de schimmel verdwenen is er nog een volle week doorgesmeerd wordt. Anders is er kans dat de schimmel snel weer terug komt.
Een Mortonse neuralgie, ook wel Morton-neuroom genoemd, is een beklemming van een zenuw tussen twee middenvoetsbeentjes. Het komt vooral tussen de derde en vierde teen voor. Bij vrouwen is het een vaak voorkomende aandoening.
Het betreft pijn in de voorvoet met stekende/brandende pijn die naar de tenen uitstraalt. De pijn treedt bijna altijd plotseling op tijdens het lopen of sporten. Op den duur komen de klachten steeds vaker voor en houden deze langer aan. In dit geval is het mogelijk dat er een verdikking op de zenuw ontstaat, dit wordt ook wel een neuroma genoemd.
Er is vaak een combinatie van factoren waarom deze klacht verschijnt.
Een afwijkende voetstand kan ervoor zorgen dat er meer druk op de voorvoet ontstaat en de zenuw klem kan komen te zitten. Door het dragen van te krap schoeisel worden de klachten vaak verergert omdat de zenuw structureel beklemd komt te zitten. Een andere factor is een verandering in het belastingpatroon (meer lopen, ander werk) die mogelijk de klachten beïnvloedt.
Podotherapeutische mogelijkheden
Door middel van podotherapeutische inlay’s is het mogelijk om de ruimte tussen de middenvoetsbeentjes te vergroten en daardoor de beklemming op te heffen. Daarnaast is het belangrijk dat goed nagekeken wordt hoe de pasvorm van de schoenen is; met foutief schoeisel zijn de klachten slecht op te lossen.
Wat kunt u zelf doen?
Bij klachten is het verstandig om smal schoeisel zoveel mogelijk te vermijden. Een schoen met meer ruimte in de voorvoet zorgt voor minder beklemming van de zenuw. Daarnaast kan een dikkere en stuggere loopzool de druk op de voorvoet verminderen.
Morbus Ledderhose is te herkennen door het ontstaan van kleine knobbeltjes onder de voet, welke in de meeste gevallen geen klachten opleveren. De meeste mensen die wél klachten ervaren, hebben dit vooral ‘s ochtends bij het opstaan. Er ontstaan dan vaak pijnscheuten en kramp. Deze klachten verdwijnen meestal weer snel na een stukje te hebben gelopen. Wanneer de voetstand afwijkend is, kunnen ook klachten ontstaan doordat de peesplaat waar de noduli zich bevinden overbelast raakt. Ook kan het zijn dat er druk wordt uitgeoefend op de noduli tijdens staan of lopen.
Doordat de verdikkingen aan de onderzijde van de voet aanwezig zijn, kan dit in enkele gevallen leiden tot pijnklachten tijdens het staan en lopen leiden. Door middel van podotherapeutische zolen kunnen de verdikkingen drukvrij gelegd worden, waardoor de klachten verdwijnen. Indien de verdikkingen op een gewichtsdragende locatie zitten, kan een operatieve behandeling de uitkomst bieden.
Wat kunt u zelf doen om de pijn te verminderen?
Het is erg belangrijk dat de peesplaat zo min mogelijk op rek wordt gebracht. Bij continue rek zal de peesplaat namelijk blijven protesteren. Daarom is het raadzaam om stevig schoeisel te gaan dragen. Een stevige schoen kan namelijk al veel doen om de voet de juiste stabiliteit te geven. Bij ‘stevig’ moet u denken aan het volgende: stevig contrefort (hielstuk) en een stijve loopzool bij de bal van de voet. Mocht dit niet baten, dan bent u natuurlijk altijd welkom om bij ons te laten controleren of een steunzool raadzaam is.
Knie
Het Tractus Iliotibialis Frictie Syndroom, ook wel lopersknie of IlioTibial Band Syndrome (ITBS) genoemd, is de meest voorkomende oorzaak van pijn aan de buitenzijde van de knie bij hardlopers en bergwandelaars.
Het ITBS ontstaat door terugkerende frictie van de iliotibiale band (ITB) over de knobbel (epicondyl) aan de buitenzijde boven de knie. De ITB zorgt voor het stabiliseren van het kniegewricht tijdens het (hard)lopen. Net na de voetlanding bij het lopen treedt een frictiemoment van de ITB over het epicondyl op. Herhaalde frictie geeft irritatie en ontsteking.
Bij chronische ITBS ontstaat er een slijmbeursachtige verbinding met de gewrichtsruimte van de knie en treedt verdikking van de band op.
Het betreft een pijn aan de buitenzijde van de knieholte en het onderbeen. De pijn treedt vaak na enige tijd op en neemt hierbij progressief toe. De pijn wordt vooral gevoeld wanneer de voet de grond raakt.
Zwakte van de bil- en bovenbeenspieren, met name de naarbuitenzijwaartse heffers, wordt recent gezien als de belangrijkste factor voor het optreden van het ITBS. Een andere oorzaak kan een standsafwijking zijn waarbij de knie door het naar binnen zakken van de voet ook verder naar binnen draait. Ook speelt de mate van belasting een grote rol.
Podotherapeutische mogelijkheden
De podotherapeut kan bij een aanpassing van de voet- en kniestand helpen om zodoende de spanning op de ITB te laten afnemen. Dit wordt dan veelal door middel van een podotherapeutische inlay gedaan. Daarnaast kan de podotherapeut u voorzien van een goed schoenadvies voor een passende schoen bij de activiteiten die u doet. Vaak worden de handelingen in combinatie met een behandeling van een fysiotherapeut gedaan, om ook een eventuele zwakte van de bil- en bovenbeenspieren mee te nemen.
Wat kunt u zelf doen?
De eerste drie weken is het belangrijk dat het geïrriteerde been ontlast wordt. Dit kan door simpelweg gedurende de periode niet te hardlopen of flinke wandelingen te maken. Voordat de looptraining weer geleidelijk opgebouwd kan worden dienen de oorzakelijke factoren weggenomen te worden. Dit kan bijvoorbeeld door een aanpassing van de looptechniek of door ander (beter) schoeisel aan te schaffen. Podotherapeutische zolen kunnen een eventuele afwijkende voetstand corrigeren en een beenlengteverschil compenseren. Daarnaast kan een fysiotherapeut helpen bij het opbouwen van uw sportactiviteiten en het verhogen van uw belastbaarheid.
Een scheur in de binnenmeniscus geeft pijn aan de binnenzijde van de knie. Een scheur in de buitenmeniscus geeft pijn aan de buitenzijde van de knie. Een stukje van de kapotte meniscus kan los schieten en klem gaan zitten in het kniegewricht. De knie kan dan niet meer gestrekt worden. De knie zit dan ‘op slot’. Als de knie verdraaid is en pijn geeft, hoeft dit niet te betekenen dat de meniscus beschadigd is. In meer dan 90% van de gevallen is er sprake van een verstuiking (distorsie) van de knie. Bij een verstuiking van de knie kan de pijn aan de binnen- of buitenzijde van de knie optreden. Deze klachten kunnen lang duren, maar verdwijnen meestal binnen drie maanden.
Een meniscus kan beschadigen wanneer er een draai wordt gemaakt met een gebogen knie terwijl het onderbeen het gewicht draagt. De klachten komen soms pas veel later. U herinnert zich het verdraaien misschien niet eens meer. Bij het ouder worden slijten de menisci langzaam en worden ze minder elastisch. Er kan dan een scheur in de knie ontstaan zonder draailetsel van de knie. De meeste scheuren in de meniscus ontstaan tijdens het sporten. Een scheur in de meniscus aan de binnenzijde van knie komt het meest voor. Soms beschadigt tegelijkertijd ook de voorste kruisband of binnenste gewrichtsband.
De collaterale banden lopen verticaal van het bovenbeen naar het scheenbeen (mediale, binnenkant) en het kuitbeen (laterale, buitenkant) en beperken de zijwaartse beweging. Dit kan misgaan als er een dergelijke zijwaartse beweging onder grote druk wordt gedaan.
Podotherapeutische mogelijkheden
Wanneer er geen trauma aan vooraf is gegaan en de oorzaak dus mogelijk in de afwijkende stand zit, kan een podotherapeut met behulp van een podotherapeutische inlegzolen zorgen voor een positieve verandering in de stand en het lopen, om zodoende de continue spanning van de mediale of laterale band af te halen. Op deze manier kan ook voor vermindering van de pijnklachten worden gezorgd.
Wat kunt u zelf doen?
In eerste instantie kunt u beginnen met rust.
De pes anserinus is de aanhechting (insertie) van drie pezen van de spieren m. sartorius (kleermakersspier), de m. gracilis (slanke dijspier) en de m. semitendinosus (halfpezige spier en onderdeel van de hamstring) aan de binnenzijde van het scheenbeen. Deze spieren zorgen ervoor dat u in staat bent uw onderbeen naar binnen te draaien en een buigen te maken in uw knie. Er zijn een aantal blessures op deze plek mogelijk, wat vooral voorkomt bij zwemmers en langeafstandlopers.
Er kan sprake zijn van zowel een irritatie van de aanhechting aan het bot als een van een irritatie in het peesverloop. Bij een irritatie of ontsteking voelt de plek vaak wat warm aan.
Een peesirritatie kan door een plotselinge, verkeerde beweging komen. Ook overbelasting door te snelle trainingsopbouw is mogelijk. In dit geval bouwen de spieren en de “conditie” veel sneller op dan het peesapparaat. De pezen zijn heel slecht voorzien van doorbloeding en hebben veel meer tijd nodig om zich aan de nieuwe omstandigheden aan te passen. [RL3] De snel toenemende kracht van de spieren kan vaak niet door de pezen en hun aanhechting aan het bot worden bijgehouden met een eventuele blessure als gevolg. Daarnaast is het ook mogelijk dat het looppatroon of schoenen niet goed zijn en aangepast moeten worden.
Podotherapeutische mogelijkheden
Zoals hierboven vernoemd is, kan het looppatroon een oorzaak van deze klachten zijn. Door middel van een podotherapeutische inlay kan de podotherapeut het looppatroon beïnvloeden en stabiliseren om zodoende de klachten te verminderen. Daarbij geeft de podotherapeut ook een goed schoenadvies om vanuit de schoen ook meer stabiliteit in het lopen te krijgen.
Wat kunt u zelf doen?
Zorg altijd voor een goede schoen. En in eerste instantie kunt u beginnen met rust.
Indien de knie warm is mag U de knie koelen met een coldpack (altijd handdoek of theedoek eromheen en max 10 minuten).
Het patellofemorale pijnsyndroom is een pijnklacht bij de knieschijf (patella), waarbij de knieschijf niet goed in de groeven van het bovenbeen aansluit. Het wordt ook als anterior knie pain, apexitis patella, chondromalacie patella, patello femoral dysfunction of retropatellair chondropathie (RPCP) genoemd.
Kenmerkend is een zeurende doffe pijn achter en rondom de knieschijf (patella) of geprojecteerd in de kniekuil die bij een verhoging van de patellofemorale druk (bijvoorbeeld door traplopen, fietsen op heuvelachtig terrein) verergert of wanneer men langdurig in eenzelfde houding zit. Intensief sporten is vaak pijnlijk, met name springsporten zoals volleybal en basketbal. Andere tekenen zijn een gevoel van instabiliteit, het optreden van zwelling en retropatellaire crepitaties (krakend geluid binnenin de knie).
De oorzaak is vaak overbelasting, sneller optredend bij een scheefstand. Het kan zowel in stand als tijdens het lopen optreden. Wanneer het dynamisch voorkomt, is het vaak een gevolg van een afwijking in het gangpatroon, namelijk overpronatie ofwel het overmatig naar binnen kantelen van de voet tijdens de standfase. Het overmatig naar binnen kantelen van de voet zorg namelijk voor een draaiing van het onderbeen waardoor de knieschijf niet mooi meer spoort.
Podotherapeutische mogelijkheden
Wanneer de oorzaak een afwijking in de stand of in het looppatroon is, kan dit door de podotherapeut worden behandeld, door het vervaardigen van podotherapeutische zolen.
Vaak worden deze klachten in samenwerking met een fysiotherapeut behandeld.
Wat kunt u zelf doen?
In eerste instantie kan altijd gestart worden met rust. Een fysiotherapeut kan helpen door het optrainen van specifieke bovenbeenspieren middels een voor u samengesteld oefenprogramma.
Gonartrose (slijtage van de knie) is een vaak voorkomende chronische gewrichtsaandoening in de knie waarbij een afbraak van het gewricht optreedt. Het gewrichtskraakbeen vermindert in kwaliteit. Door de afname van de pasvorm van de gewrichtsdelen wordt de stabiliteit van het gewricht minder. Hierdoor is het gewricht minder belastbaar. Bij een overbelasting kan dan een gewrichtsontsteking (arthritis) ontstaan. Artrose is geen ouderdomsziekte en kan op iedere leeftijd voorkomen.
De belangrijkste verschijnselen bij een atrose zijn gewrichtsbeperking, startstijfheid, pijn, mogelijk zowel in rust als tijdens bewegen en instabiliteit (het gevoel door het gewricht te zakken). Door rust, dacht men vroeger, dat de ontsteking van het gewricht zou afnemen en het herstel zou worden bevorderd. Rust en inactiviteit veroorzaakt en versterkt echter spierzwakte, gewrichtsstijfheid, conditievermindering en een toename van pijn.
Meestal is de oorzaak van artrose onbekend. In sommige gevallen is wel een aanleiding tot de slijtage te geven, zoals een gewrichtsaandoening of letsel door een ongeval, zwaar eenzijdig werk en doorgemaakt trauma in verleden kunnen het artroseproces versnellen. Gonartrose wordt door overgewicht veroorzaakt. De belangrijkste risicofactoren in de arbeidssituatie zijn het werken in een geknielde of gehurkte houding, veel kniebuigingen moeten maken, vaak zware lasten tillen of veel springen.
Podotherapeutische mogelijkheden
Door middel van podotherapeutische inlegzolen kunnen wij de standsafwijking van de knie corrigeren om zodoende het aangedane deel in de knie te ontlasten. Op deze manier wordt de pijn verminderd; de slijtage die er zit, halen wij er niet mee weg. Daarnaast kunnen wij adviezen geven ten aanzien van de werkhouding en de eventuele sportbelasting.
Vaak wordt dit in combinatie uitgevoerd met een fysiotherapeutische behandeling.
Wat kunt u zelf doen?
Uit onderzoek blijkt dat zorgvuldig geplande oefentherapie de meest effectieve behandeling van gonartrose is. Daarnaast is een goede afwisseling tussen rust en beweging zeer belangrijk om de kwaliteit van het kraakbeen te onderhouden en mogelijk te verbeteren. U kunt zelf voor een goede balans tussen activiteit en rust zorgen. Denkt u hierbij aan activiteiten in te delen in tijdsvlakken van 15 of 30 minuten. Omdat overgewicht ook tot één van de oorzaken behoort, is het essentieel uw gewicht zo optimaal mogelijk te krijgen.


Been
Bij een beenlengte verschil gaat iemand meestal naar het kortste been hangen waardoor op dit been een hogere druk ontstaat. Vaak ontstaan aan deze zijde ook de meeste klachten, dit hoeven niet altijd rugklachten te zijn maar dit kunnen ook klachten in de heup of knie zijn.
Een beenlengteverschil kan door verschillende redenen ontstaan. Zo kan dit al tijdens of vlak na de geboorte ontstaan door een genetische afwijking. Ook een ongeluk tijdens de groei kan er voor zorgen dat een verschil in lengte optreedt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een botbreuk als gevolg van een ongeluk. Een beenlengteverschil kan ook ontstaan na het krijgen van een nieuwe heup of knie. Doordat één been na de operatie opeens langer kan zijn, zullen er vrij snel klachten optreden. Bij kinderen die in de groei zijn, komt een beenlengte verschil ook regelmatig voor. De benen groeien namelijk niet tegelijkertijd. Wanneer er geen klachten ontstaan, is een behandeling in de meeste gevallen ook niet nodig.
Behandeling beenlengteverschil
Wanneer iemand een klein beenlengteverschil heeft en geen klachten ervaart, dan hoeft dit normaal gesproken niet te worden behandeld. Het lichaam is namelijk zelf in staat om kleine verschillen te compenseren. Wanneer het verschil echter wel klachten oplevert zijn er verschillende behandel mogelijkheden. Als eerst moet er vastgesteld worden of er een ‘echt’ beenlengte verschil of een ‘schijn’ beenlengte verschil aanwezig is. In sommige gevallen kan het namelijk zo zijn dat het lijkt dat iemand een beenlengteverschil heeft doordat het bekken gedraaid of gekanteld is (scheef staat), dit wordt een ‘schijn’ beenlengteverschil genoemd. Ook een scoliose (scheve rug) of naar binnen kantelende voeten kunnen de oorzaak zijn van ‘schijn’ beenlengteverschil.
Het vaststellen van een (schijn)beenlengteverschil kan door verschillende disciplines gedaan worden zoals: Podotherapeut, fysiotherapeut, osteopaat en chiropractor.
Indien er daadwerkelijk een beenlengteverschil wordt geconstateerd, kan dit eenvoudig worden behandeld door het dragen van podotherapeutische zolen, waarbij de zool aan de kant van het kortste been dikker is om het beenlengte verschil te compenseren. Ook kan er gekozen worden voor een losse hakverhoging in de schoen van het kortste been. Meestal is het niet nodig om het beenlengte verschil volledig te compenseren en is een gedeelte al voldoende om de klachten te verminderen. Er kan maximaal 1 cm verwerkt worden in een steunzool/schoen, wanneer er meer nodig is dan 1cm dan moet dit aan de buitenzijde van de schoen verwerkt worden.
Indien er een ‘schijn’ beenlengte verschil aanwezig is kan dit niet opgelost worden met steunzolen of een hakverhoging omdat er geen verschil in beenlengte aanwezig is en dit ook niet de scheefstand veroorzaakt in het bekken. In dit geval kan er gekozen worden voor behandeling bij bijvoorbeeld een chiropractor of osteopaat.
Een blessure die vaak heel geleidelijk ontstaat maar voor veel ongemak zorgt, is het chronische logesyndroom van het onderbeen. Het betreft een toestand waarbij de circulatie en weefselfunctie binnen een compartiment (spierloge) door verhoogde druk wordt verstoord. Deze blessure komt vooral bij schaatsers en skeeleraars voor.
Het betreft een pijn aan de voorzijde van het onderbeen (meer aan de buitenzijde), welke meestal pas na enige tijd of intensiever schaatsen/skeeleren ontstaat. Door de irritatie kan de coördinatie verminderen met daardoor meer kans op valpartijen. De pijn kan in verschillende gradaties aanwezig zijn. In de heviger gevallen is sporten onmogelijk. Het opvallende van deze blessure is dat de pijn na het stoppen (redelijk) snel verdwijnt. Na het hervatten komen de klachten snel weer terug. Vaak worden de klachten minder na enige training, in de minderheid van de gevallen verergeren de klachten.
De pijn wordt veroorzaakt doordat de spierfascie (omhulsel van de spier) te strak voor de spier is. Als een spier intensiever gebruikt wordt, dan gaat er meer bloed naar de spier waardoor deze opzwelt. Doordat de fascie te strak zit, kan de spier onvoldoende opzwellen en ontstaat er een tekort aan bloed en dus zuurstof in de spier. Dit geeft dan de pijnlijke sensatie. Uiteraard dienen achterliggende oorzaken als standsafwijkingen en verkeerde techniek meegenomen te worden in de behandeling en preventie van de klachten.
In extreme gevallen zoals bij ongevallen kan er een bloeding ontstaan in de spier waardoor de druk in spier (te) hoog wordt: er kan helemaal geen bloed meer de spier in. In dergelijke acute situaties moet direct operatief ingegrepen worden, anders sterft het spierweefsel af
Podotherapeutische mogelijkheden
De podotherapeut kan een goed belasting- en schoenadvies geven. In veel gevallen kan een podotherapeutische inlegzool ook helpen. Daarnaast is er vaak sprake van een tijdelijke taping of een combinatie van fysiotherapie en podotherapie. In het geval van de chronische logesyndroom is meestal geen operatie nodig.
Wat kunt u zelf doen?
Zorg altijd voor een goede schoen. Daarnaast kunt u in eerste instantie beginnen met rust. Middels (rekkings- en spierversterkende) oefeningen eventueel aangevuld met massage kan de sporter met een aangepast trainingsprogramma veelal na enige weken weer voluit trainen.
Claudicatio intermittens, ook wel etalagebenen genoemd is een vaataandoening waarbij de slagaderen in de benen vernauwd zijn. Deze slagaderen vervoeren zuurstofrijk bloed naar de beenspieren, die tijdens inspanning zoals lopen extra zuurstof nodig hebben. In het geval van etalagebenen krijgen de beenspieren te weinig zuurstof door de nauwe slagaderen en daarom ontstaat er pijn in het been.
Bij etalagebenen kunnen de klachten in de voet, de kuit, het dijbeen of in de bil optreden. Tijdens het lopen voelt men pijn, kramp of een doof/moe gevoel in het been. Soms gaat dit gepaard met een koud gevoel in de voet. Bij het stilstaan (voor etalage staan) nemen de klachten weer af, maar bij het verder lopen beginnen ze opnieuw.
Met het ouder worden worden de slagaderen door slagaderverkalking bij iedereen wat nauwer. Bij slagaderverkalking hopen zich vetten, kalk en ontstekingscellen aan de wand van de slagaderen op waardoor ze steeds dikker en stugger worden. Roken, een hoge bloeddruk, een hoog cholesterol en stress zijn factoren die risico’s geven op vernauwing van de bloedvaten. Daarnaast spelen overgewicht en te weinig lichaamsbeweging ook een rol. Ziektes zoals diabetes mellitus en reumatoïde artritis kunnen eveneens het ontstaan van claudicatio intermittens beïnvloeden.
Podotherapeutische mogelijkheden
Bij claudicatio intermittens wordt veelal looptraining onder begeleiding van fysiotherapie aangeraden. Een podotherapeut kan voor u een goed passend schoenadvies opstellen. Daarnaast kan er bij een standsafwijking en/of drukplekken(eelt of likdoorn) een corrigerende of drukverdelende inlegzool aangemeten worden.
Wat kunt u zelf doen?
Vooral goed in beweging blijven is belangrijk, blijf lopen en fietsen! En probeer u leefpatroon aan te passen, niet roken en vooral gezonder eten. Schakel absoluut medische ondersteuning in.
Mediaal tibiaal stress syndroom (ook wel shin splints genoemd), is een veel voorkomende blessure bij overbelasting aan de binnenkant van het scheenbeen. Shin splints is eigenlijk een verzamelnaam voor verschillende blessures veroorzaakt door overbelasting die zich over het algemeen in het onderste twee derde gedeelte van het scheenbeen bevinden. Het komt vooral bij lopers voor.
Het betreft een pijn bij het lopen en bij aanraking van het scheenbeen. Dit wordt veroorzaakt door irritatie van het botvlies op de plaats waar de spieren zich aan het bot hechten. Door een overmatige belasting van de spieren aan en botvlies ontstaat hier een irritatie en dus pijn. In het begin is er alleen een zeurende of stekende pijn aanwezig na belasting en verdwijnt na rust; na verloop van tijd duurt het steeds langer en is steeds meer rust nodig voor de pijn helemaal verdwijnt. Uiteindelijk is de pijn altijd aanwezig, ook na langdurige rust.
Mediaal tibiaal stress syndroom kan veroorzaakt worden door een verkeerd looppatroon of een verkeerde stand van de voet (het naar binnen zakken van de voet). Daarnaast kan zowel een (hard)loopschoen met een te slap, versleten of verkeerde loopzool als een te snelle opbouw van (hardloop)activiteiten een probleem vormen.
Podotherapeutische mogelijkheden
De behandeling bestaat voornamelijk in eerste instantie uit een goed belastingsadvies, correct loopschoenadvies en in veel gevallen een podotherapeutische inlegzolen. Daarnaast kan zowel een tijdelijke taping als een combinatie van fysiotherapie en podotherapie helpen. Bij extreme gevallen kan als allerlaatste optie een chirurgische ingreep overwogen worden.
Wat kunt u zelf doen?
Zorg altijd voor een goede hardloopschoen, juist wanneer u net begint met hardlopen.
Als u al klachten heeft; vooral rust houden is belangrijk. Indien u gelopen heeft en pijn heeft kan koelen de pijn dempen. Gebruik een coldpack (altijd met handdoek/theedoek ertussen) en max. 15 minuten koelen.
Als u last heeft van springschenen dan ontstaat er een stekende, zeurende bij aan de binnenkant van uw scheenbeen. De ergste pijn zult u ervaren in onderste deel van uw scheenbeen en dan met name op het bot. U zult merken dat u de pijn ervaart tijdens het sporten (hardlopen, springen, tennissen). Vaak zult u last hebben van de klachten bij aanvang van het sporten en nadat u klaar bent met sporten. Heeft u een ergere vorm van Shin splints dan kunt u ook pijnklachten hebben tijdens het beoefenen van uw sport.
Shin splints komt vaak voor bij sporters, zoals hardlopers en is een overbelasting blessure aan de spieren van het onderbeen. Er zijn diverse oorzaken te noemen die kunnen zorgen voor deze blessure. Eenzijdige training, intensivering van het hardlopen, heuvels oplopen of hardlopen op een harde ondergrond zijn enkele oorzaken van Shin splints. Dit zijn allemaal factoren die kunnen zorgen voor overbelasting aan uw scheenbeen. Gun uzelf dus voldoende tijd voor herstel na het sporten, zodat u overbelasting kunt voorkomen. De klachten die ontstaan genezen vaak langzaam en kunnen snel terug komen indien geen adequate maatregelen getroffen worden.
Behandeling scheenbeenirritatie
Nadat wij een lichamelijk onderzoek of podotherapeutisch onderzoek hebben uitgevoerd, zullen wij een behandelplan voor u op maat samenstellen. Door middel van podotherapeutische zolen worden de voeten optimaal gecorrigeerd, waardoor de beenspieren minder snel overbelast worden. Dit hulpmiddel zullen wij vaak gebruiken in ons advies plan vaak in combinatie met een schoenadvies en oefeningen die u kunt doen.
Heup
Het heupgewricht bestaat uit twee delen, een heupkop en een heupkom. Om slijtage van de gewrichten tegen te gaan bevindt zich een laagje kraakbeen tussen de twee delen van de heup. Wanneer u last heeft van artrose gaat de kwaliteit van het kraakbeen achteruit waardoor de bewegingen van het gewricht minder soepel verlopen. Ook worden schokken minder goed opgevangen waardoor er meer last valt op de gewrichten. Wanneer het kraakbeen versleten raakt kan dit chronische heupklachten veroorzaken. In het geval van slijtage aan het kraakbeen kan het voorkomen dat zich abnormale uitgroeiingen in de gewrichten gaan vormen. Dit is een reactie van het lichaam om op deze manier de druk op de heup te verminderen.
Wanneer u last heeft van SI-klachten kunt u de volgende klachten ervaren:
- Stijfheid van de heupgewrichten
- Ochtendstijfheid (dit wordt minder naarmate de heup wordt bewogen gedurende de ochtend)
- Beperkte beweeglijkheid in de heup in alle bewegingsrichtingen
- Volledige bewegingsboog van de heup leidt tot bot-op-bot contact
- Drukpijn aan de voorzijde van het heupgewricht
- Krachtverlies wanneer u het been opzij tilt Artrose is een natuurlijk slijtproces. Ieder persoon krijgt op den duur last van artrose naarmate hij of zij ouder wordt. Artrose komt dan ook vooral voor bij mensen die ouder zijn 50. De klachten ontstaan geleidelijk naarmate de slijtage zich langzaam aan vormt binnen het kraakbeen.
Wanneer u last heeft van coxartrose is het belangrijk dat u het heupgewricht in beweging houdt, zorg er echter voor dat u het gewricht niet overbelast.
Om te voorkomen dat spieren over bepaalde botstukken schuren, zitten er op sommige plekken in ons lichaam slijmbeurzen. Slijmbeurzen zijn kleine holtes, gevuld met vloeistof die als een soort stootkussen en smeermiddel dienen. Deze slijmbeurzen kunnen ontstoken raken. Een veel voorkomende locatie van slijmbeursontsteking is de zijkant van de heup.
Het voelt als een drukkende, zeurende pijn (dat komt doordat de slijmbeurs gezwollen is). Lopen is pijnlijk, springen en hardlopen zijn vrijwel onmogelijk. De zwelling van de slijmbeurs kan zo erg zijn dat die met het blote oog waarneembaar is. Het herstel kan lange tijd duren.
Een slijmbeursontsteking is typisch een aandoening die het gevolg is van een chronische overbelasting. Het ontstaat door een overmatige hoeveelheid wrijving van de spier over het botgedeelte bij de heup. Er bestaan echter nog andere oorzaken. Een afwijkende stand van de voeten kan ervoor zorgen dat deze spier overmatige wrijving geeft. Ook door een beenlengteverschil kan de heup eenzijdig overbelast raken.
Podotherapeutische mogelijkheden
De podotherapeut zal door middel van onderzoek achterhalen waarom deze klachten zijn ontstaan en of de voetstand hier invloed op heeft. Met podotherapeutische inlegzolen kan de stand van de voeten gecorrigeerd/ondersteund worden om ervoor te zorgen dat de verkeerde belasting op de spieren verminderd wordt. Bij een beenlengteverschil kan hiervoor een correctie gemaakt worden. Ook worden er adviezen omtrent het belastingpatroon gegeven en schoenadviezen besproken.
Wat kunt u zelf doen?
Aangezien deze klacht een gevolg van overbelasting is, is het raadzaam om rust te nemen. Als de klachten hiermee niet voldoende afnemen, kunt u de klachten verder laten onderzoeken door een podotherapeut.


Rug
Het kenmerkt zich in eerste instantie in klachten in de lage rug, waarbij de pijn wisselend kan zijn. Soms zullen er periodes zijn dat u er geen last van heeft. Tijdens andere periodes kan het zijn dat u zelfs uw werk niet kan doen, omdat de pijn te hevig is. Omdat een hernia op een zenuw kan drukken kan de pijn uitstralen richting de billen en naar één of beide benen. De pijn richting de onderbenen uit zich vaak in krampen of tintelingen. Ook kan er sprake zijn van een verminderd gevoel of spierzwakte waardoor bijvoorbeeld een klapvoet kan ontstaan. Bij het hoesten, niezen of persen kunnen de klachten erger worden, omdat dan de druk op de tussenwervelschijven groter wordt. De oorzaak kan achterhaald worden door verschillende lichamelijke testen.
Behandeling hernia
Als er een vermoeden is op een hernia zal er terug worden verwezen naar de huisarts voor verder onderzoek. Mogelijk zal er een MRI worden gemaakt om in beeld te brengen waar deze precies zit en om te kijken hoe groot de uitstulping is. Een podotherapeut ziet regelmatig hernia klachten voorbij komen. Een podotherapeut kan deze klachten niet laten verdwijnen, maar alleen symptomen bestrijden wanneer er sprake is van een verkeerde voetstand (bijvoorbeeld een holvoet of een platvoet) of afwikkeling van de voet. Ook kan er sprake zijn van een beenlengteverschil, waardoor de klachten in de rug versterkt worden. Dit kan gecorrigeerd worden door middel van podotherapeutische zolen. Veelal gaat een behandeling gepaard met consulten bij een fysiotherapeut die aan de slag gaat met het sterker maken van de spieren en het verbeteren van de houding.
Lage rugpijn is een veel voorkomend probleem. Het betreft een pijn in het gebied tussen de onderste ribben en de billen. Het kan in alle leeftijdsgroepen optreden.
Lage rugklachten kunnen zich op veel verschillende manieren uiten. De pijn kan langzaam of plotseling ontstaan en gaat meestal gepaard met stijfheid. Soms is de pijn constant. Er kan sprake zijn van lokale pijn of uitstraling naar één of beide benen. De pijn kan ook optreden als u een bepaalde houding aanneemt. Hoesten, niezen en draaien van de rug maken de pijn in sommige gevallen erger.
Het is niet altijd duidelijk waardoor iemand rugpijn krijgt, maar lage rugpijn ontstaat meestal door overbelasting van de rug en de SI-gewrichten. Dit kan veroorzaakt worden door een plotselinge, verkeerde beweging, een slechte lichamelijke conditie, spanning, veel werken in dezelfde (afwijkende) houding, verkeerde voetstand, beenlengteverschil of door aangeboren afwijkingen zoals een scoliose. Een scoliose is een zijwaartse bocht in de wervelkolom die ook als gevolg van een beenlengteverschil kan ontstaan. Een beenlengteverschil kan aangeboren zijn of door een trauma of ongeluk worden veroorzaakt, waarbij er een blijvend verschil in lengte tussen beide benen aanwezig is.
Podotherapeutische mogelijkheden
Een podotherapeut zal onderzoeken of uw rugklachten een oorzaak hebben in een verkeerde voetstand, beenlengteverschil, afwijkingen in het looppatroon of dat het met uw schoeisel te maken heeft. Naar aanleiding van dit onderzoek wordt uw probleem behandeld en een passend advies gegeven met betrekking tot een geschikt schoeisel of de dagelijkse bezigheden. Daarnaast kan de podotherapeut middels een zooltherapie uw verkeerde voetstand corrigeren of het beenlengteverschil compenseren.
Wat kunt u zelf doen?
Afhankelijk van de oorzaak en de aard van de rugklachten kunt u rust nemen en opletten met onjuiste bewegingen, bijvoorbeeld met bukken en tillen. Kijk tevens kritisch naar uw schoenen: voldoen deze nog of zijn ze aan vervanging toe? Ook de hakhoogte van de schoenen kan een invloed op de klachten hebben.
Deze aandoening is vrij eenvoudig te herkennen doordat de rug zijwaarts vergroeid is in een S-vorm of een C-vorm. Mogelijke klachten die ermee gepaard gaan, zijn o.a. pijn in de rug, hoofdpijn, gekantelde bekken.
Scoliose kan al vanaf de geboorte aanwezig zijn, maar ook op latere leeftijden ontstaan. Op latere leeftijd kan dit bijvoorbeeld ontstaan door een verkeerde houding of een beenlengteverschil. Wanneer dit wordt aangepakt, vaak i.c.m. houdingtherapie, dan kunnen de klachten verminderen. Dit wordt ook wel een niet-structurele scoliose genoemd. Bij een structurele scoliose is de oorzaak in 80% van de gevallen niet bekend. In de lage rug kan de vergroeiing gepaard gaan met vernauwing van de zenuwen die richting de benen lopen. Dit geeft niet alleen lokale pijn in de rug maar kan ook uitstralen richting de benen.
Scoliose behandelen
De vergroeiing kan niet genezen of voorkomen worden. Wel kan er getracht worden om de wervelkolom te stabiliseren en zoveel mogelijk te corrigeren. Het is van belang om de vergroeiing van de rug bij kinderen goed in de gaten te houden, zeker wanneer kinderen een groeispurt ondergaan. Een podotherapeut kan, eventueel in samenwerkingen met een houdingstherapeut of fysiotherapeut, bekijken wat de oorzaak is van een scoliose. Mogelijk dat de vergroeiing gedeeltelijk gecorrigeerd kan worden door middel van podotherapeutische zolen. Bijvoorbeeld indien één van de twee voeten meer naar binnen kantelt of bij een beenlengteverschil. In ernstige gevallen kan overgegaan worden op een brace of een chirurgische operatie.

Hele lichaam
Bij hypermobiliteit kunnen er klachten ontstaan aan het bewegingsapparaat. Zo kunnen uw spieren sneller overbelast raken omdat deze het gebrek aan stabiliteit in het gewricht zullen compenseren. Hierdoor ontstaan bijvoorbeeld vermoeide voeten of benen, of vermoeidheid aan uw rug. Door te slappe banden kunnen de voeten naar binnen kantelen. De spieren in de voeten en benen, maar ook in de rug worden dan te hard aangespannen. Doordat de spieren steeds opnieuw te hard worden aangespannen ontstaan er op den duur klachten. Indien de gewrichten niet worden overbelast, zijn er meestal geen klachten. Door intensief te sporten of door zware arbeid kunnen klachten toenemen.
Veel voorkomende klachten bij zijn;
- Omzwikkende enkels
- Knieklachten bij bijv. fietsen en trappen lopen
- Klachten in de onderrug
- Vermoeide spieren
Behandeling hypermobiliteit
Een podotherapeut kan bij hypermobiliteit de voetstand en het looppatroon verbeteren door middel van podotherapeutische zolen. Hierdoor worden de trekkrachten van de spieren minder en zullen dus minder snel vermoeid raken. De verbetering van de voetstand zal het zwikken van de enkel tegengaan. Daarnaast is het ook verstandig om de spieren sterker te maken door middel van oefeningen. Hierin zal een fysiotherapeut een rol spelen. Uiteraard is stevig schoeisel ook belangrijk. Steviger schoeisel zal er tevens voor zorgen dat de schoenen minder snel slijten.